Ondervoeding in het ziekenhuis: 1 op de 5 patiënten getroffen!

22 Apr 2024

Ondervoeding, malnutritie ... In het ziekenhuis krijgt 1 op de 5 patiënten te maken met voedingsrisico’s. Zo blijkt uit een multicentrische studie die in 6 Belgische ziekenhuizen werd uitgevoerd1.

Ondervoeding en malnutritie: wat houdt dat precies in? Ondervoeding verwijst naar een energie- en/of voedingsstoffentekort2. Malnutritie is daarentegen een algemenere term voor alle risico’s die verband houden met een onder- of overmaatse voedselinname. Volgens de WHO3 is malnutritie in al zijn vormen een van de grootste uitdagingen voor de volksgezondheid.

Malnutritie opsporen

Malnutritie heeft verschillende negatieve gevolgen, waaronder een verzwakt immuunsysteem, een verstoorde wondgenezing, een vermindering van spiermassa en spierkracht, een langere ziekenhuisopname, hogere behandelingskosten en een hoger sterftecijfer. In de Westerse landen, treft ondervoeding vooral ouderen en ziekenhuispatiënten3. Ook in België worden de ziekenhuizen sinds 2014 gevraagd om de mogelijke voedingsrisico’s bij de opname in kaart te brengen, maar toch weten we maar heel weinig over de prevalentie en de mogelijke impact van een positieve opsporing.

Daarom voerde een team van de KU Leuven een multicentrische studie in 6 Belgische ziekenhuizen uit. Hiermee wilden ze de prevalentie van een opsporing van het voedingsrisico bij opname onderzoeken, alsook het verband bestuderen tussen deze opsporing en het sterftecijfer, de heropname binnen de 4 maanden en het aantal positiefbevonden patiënten die minstens één keer tijdens hun ziekenhuisopname een diëtist hebben gezien4.

De patiënten werden beschouwd als ‘met risico op ondervoeding’ in een van deze gevallen:

  • onopzettelijk gewichtsverlies of verminderde voedselinname
  • een BMI van minder dan 18,5 bij mensen tot en met 69 jaar
  • een BMI van minder dan 20,5 bij mensen vanaf 70 jaar

1 op de 5 patiënten loopt risico op ondervoeding

Van de 73.843 deelnemers van dit onderzoek had 21,9 % (van 13,9 % tot 27,5 %) risico op ondervoeding. Dat is iets meer dan 1 op de 5 patiënten. Vrouwen en 80-plussers lijken vatbaarder voor een voedingsrisico. Nochtans zijn er voedingsrisico’s aanwezig in alle leeftijdscategorieën. Van alle mensen met een voedingsrisico vormen de geriatrische patiënten de grootste groep, of 1 op 3 mensen (34 %). De onderzoekers bestudeerden ook de cijfers per medisch vakgebied. Zo varieerde de prevalentie van het risico op malnutritie van 38,3 % voor oncologie tot 5,2 % voor plastische of reconstructieve chirurgie.

Uit de studie blijkt bovendien dat bij patiënten met een vastgesteld voedingsrisico het aantal overlijdens in het ziekenhuis, op 30 dagen en bij heropname in het ziekenhuis binnen de 4 maanden na hun ontslag hoger ligt.

De hospitalisatieduur wordt eveneens beïnvloed door de voedingstoestand. Zo verblijven patiënten met een voedingsrisico 2,9 dagen langer in het ziekenhuis, wat ook meer kosten met zich brengt.

Onvoldoende consultaties bij de diëtist

Zowel voor de opsporing van malnutritie als voor de behandeling ervan via voeding (waaronder orale bijvoeding) speelt de diëtist een belangrijke rol. De studie toont aan dat de diëtist in geen enkel ziekenhuis alle patiënten met een voedingsrisico kon evalueren. In de afdeling oncologie (hoog risico op ondervoeding) wordt slechts 1 op de 2 patiënten door een diëtist gezien. De onderzoekers verduidelijken dat één enkele consultatie bij een diëtist in de loop van een (lange of korte) ziekenhuisopname niet volstaat om een slechte voedingstoestand te verbeteren. Idealiter zou de nutritionele interventie binnen de 48 uur na de opname moeten worden opgestart, en de eiwit- en energiedoelstellingen zouden om de 24 tot 48 uur moeten worden bepaald en herzien. De nutritionele interventie zou minstens 30 dagen moeten duren. Vandaar ook dat het belangrijk is dat de patiënt bij zijn ontslag advies van een diëtist krijgt.

Tot slot formuleren de onderzoekers drie belangrijke boodschappen:

  • Een goede voeding vóór de ziekenhuisopname is cruciaal.
  • Bij een voedingsrisico moet de diëtist van het ziekenhuis ingeschakeld worden en moet de verdere opvolging door een lokale diëtist worden uitgevoerd.
  • De toegevoegde waarde van een diëtist moet door de gezondheidsautoriteiten worden erkend. En indien medisch verantwoord zouden het advies van een diëtist alsook de orale bijvoeding moeten worden terugbetaald.

 

[1] Meulemans A et al. Am J Clin Nutr 2021;114 :1123-1130

[2] Volgens de WHO is dit een tekort aan energie en/of voedingsstoffen.

[3] Wereldgezondheidsorganisatie. Malnutritie. Geraadpleegd op 4 maart 2024.

[4] Meulemans A et al. Am J Clin Nutr 2021;114 :1123-1130.